Öndög zal ik koesteren
Door: De Cultuurcorrespondent
Blijf op de hoogte en volg Rachelle
23 September 2020 | Mongolië, Ulaanbaatar
De bioscoopervaring |
Dinsdagmiddag tien over twee, tijd voor een matinee! Ondanks dat het zo lekker rijmt, is het woord matinee misschien hier toch niet helemaal op de plek. De middagvoorstelling, vaste prik voor de rokerige buurtbioscopen uit de tweede helft van de vorige eeuw, vertoonde voornamelijk films met een hoog spanning- en sensatiegehalte. Veel actie, weinig verhaal. Low budget-spektakels zoals gangsterfilms of spaghettiwesterns waren niet weg te slaan uit het programma. Hetzelfde gold voor de sword and sandal-films, Italiaanse producties die wilden meeliften op het succes van de epische Hollywoodfilms zoals Ben-Hur en Spartacus. Ik krijg nu bijna zin om op een druilerige zondag een filmmarathon te houden met dergelijke knallers. Maar Öndög, de film uit Mongolië geregisseerd door de Chinese Wang Quan’an, is niets van dat. Waar de artistiekerige films in de buurtbioscopen voor het avondprogramma werden bewaard, kon ik bij Chassé Cinema gewoon op een klaarlichte dinsdagmiddag al naar dit pareltje. Wat een feest! De laatste keer dat ik me in een comfortabele rode zetel nestelde was toen ik naar 1917 ging en dat is ondertussen al meer dan een half jaar geleden. Dat de stoelen van het Chassé niet donkerrood maar groen waren, verraste me enigszins. Eén vrouw van 60+ had op de achterste rij al een groene stoel geclaimd toen ik de zaal binnenkwam, maar twee rijen meer naar voren zat nog niemand dus daar mocht ik een plekje uitzoeken. Niet veel later kwam er een andere dame op leeftijd binnengewandeld en ze werd door een medewerker ook naar mijn rij gewezen. Onder het ietwat puberale protest dat ze “al-tijd achteraan in de zaal zat” mocht ze ook op de laatste rij een groene stoel uitzoeken. Ik begon ondertussen de Filmkrant te lezen die ik in de foyer had meegesnaaid. Tja, ik neem dus zowat alle folders, kaarten en kranten mee onder het mom dat ik ooit mijn eigen archief ga aanleggen. De inspirerende woorden van Roland Rovers op de eerste pagina van de krant waren compleet in overeenstemming met mijn eigen visie op een bioscoopbezoek. Hij stelt:
"En die ervaring van het grote doek, van het ritueel erheen te gaan, alleen of met iemand die je kent, of niet kent, moeten we koesteren".
Ten slotte kwamen er nog twee seniore mannen binnengelopen. Zij gingen zitten in twee zetels aan het uiteinde van mijn rij. We waren compleet, zo bleek, en de film kon beginnen. “En nu niet in slaap vallen hè Jos,” fluisterde de één nog tegen de ander toen de lichten dimden.
De filmervaring |
Ik had bewust geen recensies gelezen voordat ik naar Öndög ging. De film wilde ik namelijk graag blanco zien, zonder te veel voorkennis en meningen. De synopsis, die ik wel had gelezen, verklapte wat dat betreft eigenlijk al te veel. En veel meer dan deze korte inhoud valt er haast niet te vertellen want de scènes zijn even uitgestrekt en leeg als het Mongoolse landschap dat subliem in beeld wordt gebracht. Zoals de weidse vlaktes waarvan het dorre steppegras contrasteert met de felblauwe lucht, of de schitterende zonsondergangen die regelmatig op de achtergrond te zien zijn. Prachtige plaatjes zijn het die enkel op groot scherm werkelijk overkomen. De afbeeldingen in deze blog doen er dan ook geen recht aan. Maar voor nog geen tientje krijg je dus een retourtje Mongolië en word je onbewust steeds verder in het verhaal gezogen. Een verhaal van weinig woorden. Te weinig voor Jos, zo blijkt uit het gesnurk dat ik een aantal keren rechts van me hoor. Het verhaal begint echter wel redelijk spannend met een naakt, dood vrouwenlichaam dat door een stel politieagenten op de steppe wordt gevonden. De jongste agent, die toch geen vrouw en kinderen heeft, moet achterblijven om het lijk te bewaken terwijl de rest elders hulp gaat halen. Een herderin die met haar (té schattige) kameel toevallig in de buurt is, wordt gevraagd om de adolescent te beschermen. Met kleine tegenzin past ze die avond op de politieknul. Ze is het vrijgevochten type dat beweert geen vent nodig te hebben. Haar echte naam krijgen we niet te weten maar ze wordt “dinosaurus” genoemd vertelt ze. Ze heeft haar eigen schapenkudde en een ger in the middle of nowhere met een zonnepaneel en uiteraard een satelliet. Desalniettemin moet ze voor het slachten van een schaap wel even een oude scharrel opbellen die vervolgens halfdronken op zijn motor komt aangesneld. De nacht valt, het is steenkoud. De herderin en de jongen warmen zich op aan een vuur. Ze eten, ze roken, ze drinken en hebben seks. Tijdens de seks laadt de vrouw ook nog even haar geweer zodat ze vlak erna in de duisternis een wolf kan neerknallen die in de buurt is. Over vrijgevochten gesproken… De volgende dag haalt de politie het inmiddels bevroren lichaam op dat ze vervolgens naar een lijkschouwer brengen. De dode wolf wordt overigens ook meegenomen in het busje. Hier scheidden de wegen van de herderin en de jongen, al blijkt de vrouw even later wel zwanger van hem te zijn. Het vuur tussen de herderin en de oude scharrel, ook een herder, laait weer terug op als de laatste komt aanzetten met een dinosaurusei (Öndög). Een kostbaar cadeau waarmee hij blijkbaar wil aandringen om onderhand toch eens aan kinderen te beginnen. Ondertussen helpt de herder haar ook nog met de geboorte van een kalf. Zou ze dan toch een man nodig hebben in haar leven? En zou een kind ervoor kunnen zorgen dat ze niet zoals andere dinosaurussen na haar dood in een fossiel verandert? Als de herderin aan de man vertelt dat ze zwanger is, is hij in de wolken en vindt er – wederom in het donker – een tweede vrijpartij in de film plaats. Het enige dat te zien is, is het flikkerende licht van de hoofdlampen die beiden dragen. Het langzaam op en neer gaan van dit licht is, wat mij betreft, een van de meest originele manieren om een seksscène te suggereren. Het ietwat hypnotiserende effect van het beeld zorgde ervoor dat ik de fade-out niet opmerkte. De letters die volgden: “vertaald door”, deden me pas beseffen dat de film ineens was afgelopen. Ondanks het uitgerekte karakter van Öndög kwam dit einde toch wat abrupt en bleef ik verbouwereerd in mijn groene stoel zitten terwijl de namen van de twaalfkoppige cast over het zwarte scherm rolden.
De koestering |
Toen ik, nog steeds ietwat verbluft, de bioscoop uitliep wist ik niet goed wat ervan moest vinden. Ik voelde me net zo blanco als toen ik naar binnen was gegaan, maar had ook ergens wel het idee dat ik iets had gezien dat me verwonderde en me niet los liet. Waren het de fantastische beelden en de herkenbare geluiden die me terug naar Mongolië trokken en mijn verlangen naar het weg-zijn onderstreepten? Was het het vage verhaal dat buiten de film verder lijkt door te lopen maar waarvan wij het vervolg niet kregen te zien? Of was het de bioscoopervaring om samen met vier anderen (of drie, als je de snurkende Jos niet meetelt) naar een verhaal te kijken, te lachen, te fronsen en uiteindelijk beduusd de zaal uit te drentelen. Ik kan er de vinger nog niet op leggen. Misschien dat het lezen van de recensies me nu wel verder kan helpen. Ondertussen koester ik in ieder geval mijn bioscoopbezoek. Ik wil weer meer van dit!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley